Vanmorgen onder de douche hoorde ik het gesprek tussen Sven Kokkelman en de onvolprezen Mart Smeets over de bekentenissen van Lance Armstrong. Het gevolg was dat ik in mijn broek pieste van het lachen maar dat was niet erg want ik had geen broek aan en bovendien deed ik meteen een goede, milieubewuste, daad.
Mart de Geweldige begreep het allemaal en had zijn oordeel meteen klaar. Lance was een klootzak, een prick (lul) en moest hangen. Hij ging nog niet zover om te zeggen dat hij het allemaal wel geweten had maar het scheelde weinig.
Ook vertelde hij (Ik heb een primeur voor je, Sven) dat de heer Bruijneel, de ploegleider van Armstrong, gebeld had om samen met hem een boek te schrijven over het reilen en zeilen in de wielerwereld, maar dat had Mart geweigerd om zijn onafhankelijkheid te bewaren.
Onze held vergat daarbij te vertellen dat hij een compleet boek over Lance klaar had maar dat schielijk moest terugtrekken vlak voor publicatie omdat er veel vuiltjes aan de lucht waren.
Zo ging het maar door, er was een omerta in de wielerwereld, je verraadde nooit je 'vrienden', en daar hield Lance zich aan, hij deed dit allemaal om zijn blazoen schoon te poetsen.
Uit alles bleek dat Mart wel wist waarom Lance juist nu zijn bekentenissen deed.
Jammer, jammer, jammer dat onze Mart die zo'n dertig jaar in het peloton van de Tour meereed en naar eigen zeggen uitstekend wist wat er speelde, maar nooit eerder een vraag stelde die iets dieper groef dan "Wat ging er door je heen toen……", een desnoods anoniem onderzoek deed al dan niet met behulp van collega's die dat wel zouden kunnen. Een Amerikaanse journalist die wel al jaren geleden aantoonde dat de zaak aan alle kanten stonk, werd door veel collega sportjournalisten uitgekotst. De openingen voor goed journalistiek werk waren echt wel voorhanden en flauwekul smoesjes dat je in dat geval nergens meer toegang zou hebben, houden geen stand. Wat mij ook tegenviel was dat Sven Kokkelman, de doorbijter, de vasthouder, de nooit-loslater-tot-het-gewenste-antwoord-er-is, onze Mart nergens een kritische vraag over zijn rol stelde.
John Le Carré zegt ergens: " Zij die het kunnen, doen het. Zij die het niet kunnen, geven les".
Toen ik nog werkte op school hadden we een dergelijke uitspraak (iets minder niveau
natuurlijk): 'Kun je niks, dan ga je lesgeven, wordt dat niets dan word je gymleraar, als dat ook niet lukt kun je altijd nog sportjournalist worden".
Geintje, Mart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten