Totaal aantal pageviews

maandag 16 december 2013

NOSTALGIE

Was vroeger alles beter?
Op die vraag kan ik geen antwoord geven, maar bij het doorsnuffelen van mijn boekenkast kwam ik het volgende boekje tegen:
REKENMETHODE 
VOOR DE LAGERE SCHOOL

DOOR

J.W. BOSWINKEL
Hoofd ener Lagere School te Amsterdam
Leraar Pedagogiek M.O.

EN 

J. WEDZINGA
Hoofd ener Lagere School te Amsterdam
Leraar Pedagogiek M.O.

VEERTIENDE DEELTJE
VIJFDE DRUK
1958

Dit deeltje was bedoeld voor leerlingen van de Lagere School die naar het Gymnasium of de HBS zouden gaan en diende ter voorbereiding voor hun toelatingsexamen.
Heden ten dage staan er veel verhalen over de rekenvaardigheid van studenten van de Pedagogische Academie, die zou beneden peil zijn. Maar ik daag de journalisten die daarover schrijven  uit een paar van de volgende opgaven te maken ZONDER rekenmachine, dat moesten wij ook. Tenslotte hebben zij allemaal een HBO- of Universitaire opleiding. 

voorbeelden:

1) Als ik een getal met zijn derde vermenigvuldig, krijg ik 12. Welk getal is dat?

2) Van een kubus is de inhoud 512  cm3. Hoe groot is dan de inhoud van een kubus, waarvan de afmetingen tweemaal zo groot zijn?

3) Neem ⅓ van 36 en 1/6  van 21. Het eerste is .... meer dan het tweede.

4) 7,378 ha + 0,38 m2  +  0,5833 dm2 =  .............. are

5) toegift voor knappe cijferaars
   Van een deling is het deeltal  0,1875 x 149,38541325
   en de deler  3,15 x 4, 014
   Bereken de uitkomst van de deling.

Je kunt je natuurlijk afvragen wat het nut van deze rekenopgaven is, maar het is toch wel leuk om te zien waar 12-jarigen is de vijftiger jaren mee lastig gevallen werden.
Het doel toen was (volgens de inleiding) onder andere:
"het juist zien van de betrekkingen tussen gegevens in eenvoudige denkvraagstukken, blijkende uit de toepassing der voor de oplossing vereiste bewerkingen, waarbij het gebruik van de in de wiskunde gangbare verkorte schrijfwijze is toegestaan."

Dat was geen kattepis.

(Voor de liefhebber is het boek antiquarisch nog wel te verkrijgen)