Vanmorgen een artikel in Trouw over de klassengrootte. Wetenschappelijk is aangetoond dat een grote klas (30 leerlingen) geen nadelige invloed heeft op de ontwikkeling van de leerling. Dit komt goed uit voor de huidige minister en alle managers in het onderwijs.
Maar nu even niet wetenschappelijk nadenken. Dan kun je toch evengoed tot een andere conclusie komen.
Een klein voorbeeldje, daar werken we graag mee in het onderwijs.
De meester is jarig. Hij koopt een taart en verdeelt deze onder zijn leerlingen. Waar krijgen de leerlingen een groter stuk, in een klas van 30 of van 20 leerlingen? Je hoeft niet echt doorgeleerd te hebben om het antwoord te weten.
Vervang de taart door de aandacht die de meester aan elke leerling kan besteden en je krijgt hetzelfde antwoord.
Is dit nou zo moeilijk te begrijpen?
Nog nooit is er een minister van onderwijs geweest die echt heeft laten uitzoeken wat de ideale grootte is voor een klas en zich daar vervolgens aan committeerde.
Elke onderwijsgevende kan je vertellen dat twintig leerlingen een mooi aantal is om te begeleiden maar ja, aan onderwijsgevenden wordt niets gevraagd.
Alleen hun salaris is nu al een paar jaar bevroren, daarom kon die onderwijzer ook maar één taart uitdelen.
Toch nog maar eens herhalen (dat is tenslotte de kracht van het onderwijs):
BETER ONDERWIJS? KLEINERE KLASSEN, GOEDE LEERKRACHTEN!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten